De Drie Gebroeders is een Groninger steilsteven. De Groninger steilsteven is van oorsprong een zeilschip met een rechte, steile steven en een volle, ronde aken-kont. De later aangebrachte stuurhut staat bij dit scheepstype helemaal achterop. Het is een relatief laag schip met weinig diepgang waardoor het op veel plaatsen kon komen.
Zoals de meeste binnenvaartschepen werden ook ‘steilsteventjes’ in de loop der jaren gemotoriseerd en ontdaan van het zeiltuig. Soms bleven de zwaarden behouden omdat ze ook bij het varen op de motor handig zijn om met een leeg schip koers te kunnen houden.
bouwjaar | scheepswerf | laadvermogen | afmeting lxb | ledige diepgang |
1924 | Fikkers te Muntendam (Gr.) | 110 ton | 25,43 x 5,08 m (5.30 m over zwaarden) |
0,70 m (achterschip) |
voormalige & huidige motor
jaren ’50 - 1999: Kromhout 4 lw (40 pk)
1999 - heden: Kromhout 6 lw, 60 pk (bij 1000 toeren)
lading
Turf, kolen, stro, waterglas en vezels (prut van aardappels), appels, aardappelen, bieten, plaatijzer, Kalkamon, tarwe, brugdelen (als deklast, breed schip), plaat-staal, blikrollen, kunstmest.
vaargebied in het beroepsvaartverleden
Alle Nederlandse binnenwateren en in de sleepvaart ook naar Duitsland
Vaargebied tegenwoordig: Nederland en aangrenzende landen
voormalige beroepsschippers
1924 - 1961 Jan Lever, domicilie Onstwedde
1961 - 1983 Pouwel Douwe Lever (zoon) en Hennie Lever-Dijkhuis
1983 - 1994 weduwe Hennie Lever-Dijkhuis
over dit schip
De Drie Gebroeders is als zeilschip gebouwd voor Jan Lever. Een breed schip, speciaal geschikt voor het vervoer van turf. Een goede lader met bolle kont, rechte steven en veel zeeg (lengtekromming). Het schip heeft maar 4 jaren als zeilschip gevaren. Daarna, van 1928 tot de oorlog, in een sleepdienst op Duitsland met kolen en turf. Na de oorlog werd het schip voortbewogen middels een opduwer.
In de jaren ‘50 werd het schip tot motorschip verbouwd: er kwam een machinekamer en Engels stuurwerk met een stuurwiel in plaats van de helmstok, het mastdek werd verplaatst en gebruikt als machinekamerdak en de twee roeframen opzij werden er één. Er kwam een kleine stuurhut op. Snel daarna de wat grotere, huidige stuurhut. Daarom zijn de zwaardlieren naar het voordek verplaatst.
Het schip is vernoemd naar de drie zonen van Jan Lever. Ook waren er nog vier dochters! De vierde zoon, nakomertje Pouwel Douwe Lever, werd in 1961 de tweede eigenaar. Samen met zijn vrouw Hennie Lever-Dijkhuis voer hij vracht tot zijn plotselinge dood in 1983, nog geen 50 jaar oud. Mevrouw Lever-Dijkhuis is daarna nog 11 jaar lang in Winschoten op het schip blijven wonen.
In 1994 is de Drie Gebroeders met de eerste particuliere eigenaar naar Tilburg gekomen. Het schip is bewust behouden in het tijdsbeeld als motorvrachtschip uit de jaren ’50. Het heeft inmiddels als zodanig de officiële status van Varend Monument.