De Fourage III is een beurtschip, eenkatwijker. Beurtscheepjes van het type katwijker zijn herkenbaar aan het brede berghout, de dikke stootrand rondom het schip. Verder hebben ze eenzelfde voor- en achterschip als een luxe motor. Dit type schip had echter geen woning op het achterdek. Oorspronkelijk zijn ze uitgevoerd met een zelflos-mast, zodat ze zelf hun lading van en aan boord konden hijsen.
Ze voeren voor een vaste beurtvaartonderneming volgens een dienstregeling: een vast traject, op dag en tijd van stad naar stad.
bouwjaar | scheepswerf | laadvermogen | afmeting lxb | ledige diepgang |
1923 | Gebroeders Boot te Leiderdorp | 101 ton | 27,65 x 4,85 m | 1,00 m (achterschip) |
voormalige & huidige motor
1923 - 193? Kromhout 35 pk 1-cilinder
193? - 1950 Kromhout 2-cilinder
1950 - 1990 Käble 100 pk
1990 - nu Scania ds 110, 182 pk
lading
Haring in het seizoen en stukgoed. In de Tweede Wereldoorlog op last van het Duitse leger: puin uit Den Haag voor vliegveld Gilze-Rijen en paardenzadels e.d. In de jaren ’60 multiplex naar Geraardsbergen (België).
vaargebied in het beroepsvaartverleden
Nederlandse en Belgische binnenwateren
Vaargebied tegenwoordig: Nederland en aangrenzende landen
voormalige beroepsschippers
1923 - 1962 Piet en zoon Klaas van der Plas, Katwijk
1962 - 1996 Piet Weeda, Rotterdam
1996 - 2009 Kofstra Haven Services, Rotterdam
over dit schip
Dit katwijkertje is speciaal gebouwd voor het Oegstgeest-kanaal met een lage doorvaarthoogte. Eind jaren ’60 is het schip flink verbouwd zodat het 101 ton kon laden en zwaar weer op de Zeeuwse wateren kon trotseren. Het schip heeft ondermeer kalffdekken gekregen. De zelflos-mast, oorspronkelijk van hout en later van staal, is toen verwijderd.
“Na de verbouwing was geen zee te hoog, ja… een zeer sterk schip. We hebben met de ‘Drie Gebroeders’ het bombardement in de Wijnhaven in Rotterdam, een beschieting van spitfires en een granaataanval, overleefd. De reparatie van deze granaataanval op dolle dinsdag kun je nog zien op het vlak. Mijn leven was verbonden met de ‘Drie Gebroeders’.” (Aldus wijlen zoon Klaas van der Plas)
De naam van dit beurtscheepje was ‘Drie Gebroeders’. Later veranderde het in ‘Gerda’. De eerste particuliere eigenaar gaf het schip de huidige naam, vernoemd naar de vrachtschepen in zijn eigen familiegeschiedenis. Met deze eigenaar is het schip naar Tilburg gekomen en maakt het sinds 2010 deel uit van de collectie van de Tilburgse museumhaven. Het scheepje wordt weer zoveel mogelijk teruggebracht naar de oude staat, ook de laadmast komt weer terug.